maandag 3 augustus 2015

Wat is een bodemgrondonderzoek?

De aarde zit vol met minerale voedingsstoffen. Maar om deze te bepalen, wordt een chemische bodemvruchtbaarheidstest uitgevoerd. Met deze test wordt precies bepaald hoeveel minerale voedingsstoffen er in de bodem aanwezig zijn. Mochten bepaalde mineralen ontoereikend zijn, kan hier met kunstmest verandering in worden gebracht.

Hoe wordt het aantal mineralen in de bodem berekend?
Door de aardbodem te onderzoeken op aanwezige minerale voedingsstoffen, is een chemisch bodemvruchtbaarheidsonderzoek nodig. Er wordt een bepaalde hoeveelheid aarde uit de grond gehaald, en met een speciaal daarvoor ontwikkelde machine wordt gekeken hoeveel en welke mineralen er in de bodem aanwezig zijn. Zitten er bepaalde mineralen te weinig in de grond? Dan kan er met onder andere kunstmest voor gezorgd worden dat het aantal mineralen zich weer herstelt in de bodem. Ook vlinderbloemigen kunnen nitraat (ook een mineraal) toevoegen aan de bodem, net als organische mest.

Diverse planten stellen diverse eisen aan de bodem
Elke plant vraagt een andere hoeveelheid en combinatie mineralen van de grond waarin zij staat. Hierbij is onder andere de zuurgraad (pH) van de bodem erg belangrijk, de zuurgraad wordt mede bepaald door de hoeveelheid kalk in de grond. Zandgrond is vaak zuurder (pH 4,5 – 5,6) dan een kleigrond (pH hoger dan 6,7). Als de grond bekalkt wordt (er wordt dus kalk toegevoegd aan de grond), kan de pH-waarde van de grond verhoogd worden. Wanneer de grond juist minder zuur moet zijn, dan kan er bemest worden met onder andere zwavelzure ammoniak.
Bij bodemonderzoek in Nederland wordt de pH-waarde normaal gesproken gemeten op een bodemextract met een één-molaire oplossing van KCI (de zogenaamde pH-KCI), omdat dit een beter beeld geeft van de behoefte aan kalk dan een pH-meting met zuiver water.

CEC
De CEC (Cation Exchange Capacity), ofwel de kationenomwisselingscapaciteit is een belangrijke factor. Dit is de capaciteit van de bodem om positief geladen ionen uit te wisselen met de bodemoplossing. Kleimineralen en organische stoffen hebben een negatief geladen oppervlak, dat positief geladen ionen aantrekt. Een bodem met een hoge CEC kan meer kationen aantrekken en heeft zo een potentieel hogere vruchtbaarheid dan een bodem met een lage CEC. In het geval vasn zandgrond wordt de CEC haast volledig bepaald door de aanwezige organische stof. Met de baseverzadiging, BS (Base Saturation), van een grond wordt het percentage kationen van de CEC aangegeven.

Bemestingsadvies
Om tot een goed bemestingsadvies uit te komen, is het belangrijk om de bodem representatief te bemonsteren. Ook moet er onderzoek gedaan worden naar de chemische vruchtbaarheid van de bodem en de aanwezige plant voedende stoffen. Op een stuk land van 1 tot 2 hectare wordt met een speciale monsterboor de bovenste 25 centimeter van het land bemonsterd. Het liefst op veertig diverse plaatsen, maar het minimum staat op 20 stuks. Alleen op deze manier kom je tot een goede conclusie.

Om verder te bepalen welke mineralen er aan de bodem toegevoegd moeten worden, is het ook belangrijk te weten welke gewassen er op de grond komen te groeien. Een aardappelplant zal heel andere eisen aan de bodem stellen dan een maisplant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten