Progeria is een autosomale dominante
verouderingsziekte die in 1886 ontdekt is. De ziekte wordt veroorzaakt door een
mutatie in het LMNA-gen en is zeer zeldzaam. Naar schatting komt progeria voor
bij 1 op de 4 miljoen kinderen.
Wie heeft
progeria ontdekt
Progeria,
ook wel bekend als Hutchinson-Gilford Progeria Syndroom (HGPS), is genoemd naar
de artsen Hutchinson en Gilford. Deze twee artsen beschreven progeria voor het
eerst in 1886 en in 1904. Progeria is een Grieks woord dat “sneller oud worden”
betekent.
De oorzaak van
progeria
Een
Frans medisch team van artsen (onder leiding van Dr. Nicholas Lévy) en
onderzoekers van het NIH in de Verenigde Staten hebben anno 2003 de oorzaak van
progeria ontdekt. Hoe progeria ontstaat is een redelijk theoretisch en
ingewikkeld verhaal waar sommige mensen mogelijk moeite mee hebben. Maar toch
is het van belang om de oorzaak van progeria te beschrijven. Progeria ontstaat
door een genetisch defect, gelokaliseerd op chromosoom 1. Dit defect in het DNA
wordt de G608G mutatie genoemd. Het defect op chromosoom 1, waar we het net
over gehad hebben, komt voor op het zogenoemde LMNA-gen en dit defect zorgt
ervoor dat kinderen met progeria te maken krijgen met vroegtijdige
verouderingsverschijnselen doordat het eiwit aan de binnenzijde van de celkern
niet volledig kan worden opgebouwd. Tevens ontbreekt er in het DNA een
‘code’ waardoor 15 verschillende aminozuren niet kunnen worden afgebroken.
Het eiwit aan de binnenkant van de celkern, waar we net over gelezen hebben, heeft men ‘progerin’ genoemd. Deze progerin veroorzaakt ‘blebbing’ van de cel en zorgt ervoor dat de leeftijd van de cel sterk verkort is. Ook zorgt progerin ervoor dat de gladde spieren en het epitheel van de bloedvaten worden aangetast. Dit betekent doorgaans dat er hart- en vaatziekten ontstaan. Hart- en vaatziekten zijn dan ook de belangrijkste doodsoorzaken bij patiënten met progeria.
Het eiwit aan de binnenkant van de celkern, waar we net over gelezen hebben, heeft men ‘progerin’ genoemd. Deze progerin veroorzaakt ‘blebbing’ van de cel en zorgt ervoor dat de leeftijd van de cel sterk verkort is. Ook zorgt progerin ervoor dat de gladde spieren en het epitheel van de bloedvaten worden aangetast. Dit betekent doorgaans dat er hart- en vaatziekten ontstaan. Hart- en vaatziekten zijn dan ook de belangrijkste doodsoorzaken bij patiënten met progeria.
Symptomen bij
progeria
Er
zijn enkele symptomen die typerend zijn voor de verouderingsziekte progeria en
zullen hieronder beschreven worden. Wanneer een progeriapatiëntje geboren
wordt, is er nog niets te zien. Bij de geboorte zijn het dus ‘gewone’ baby’s en
lijken zij heel gezond. Binnen enkele weken na de geboorte zal duidelijk worden
dat de baby met progeria ‘anders’ is dan andere baby’s. De groei is sterk
vertraagd (de patiënt zal dus niet zo snel groeien als een normale baby) en het
onderhuidse vetweefsel zal geheel verdwijnen. Het verdwijnen van het vetweefsel
houdt in dat de patiënt gewicht verliest en dus zal afvallen. Bij een aantal
progeriapatiënten zal in het eerste levensjaar de schedelomvang opvallen, daar
de lichaamsgroei achterblijft.
Kinderen die aan progeria lijden zijn mager en zullen altijd klein blijven. De meesten hebben maar een gemiddelde lengte van 1 meter en het gewicht zal veelal niet boven de 15 kilogram uitkomen. Meestal wordt de diagnose progeria pas na het tweede levensjaar gesteld, daar op dat moment pas alle kenmerken van progeria zichtbaar zijn.
Kinderen die aan progeria lijden zijn mager en zullen altijd klein blijven. De meesten hebben maar een gemiddelde lengte van 1 meter en het gewicht zal veelal niet boven de 15 kilogram uitkomen. Meestal wordt de diagnose progeria pas na het tweede levensjaar gesteld, daar op dat moment pas alle kenmerken van progeria zichtbaar zijn.
Afbraak van
onderhuids vet
Doordat
het onderhuidse vet wordt afgebroken wordt de huid zeer dun en zal de huid
rimpels gaan vertonen. Ook zullen de bloedvaten zichtbaar zijn. De huid kan
rond de neus en de mond blauw verkleuren.
Overige
symptomen
Naast
de bovengenoemde symptomen van progeria zijn er nog vele andere symptomen die
kenmerkend zijn voor de verouderingsziekte progeria, welke zijn:
- Haarverlies (hoofdhaar,
wenkbrauwen en wimpers),
- Een kleinere onderkaak,
- Bolle ogen,
- Dunne lippen,
- Uitstekende oren, zonder
oorlellen,
- Een spitse neus,
- Tanden komen vertraagd door,
- Gebit is onregelmatig gevormd,
- Doorgaans een hoge stem,
- Stijve gewrichten,
- Artrose,
- Artritis,
- Botontkalking (osteoporose),
- Heupdysplasie,
- Smalle schouders door verkorte
sleutelbeenderen,
- Vingerkootjes zijn verkort,
- Nagels verkalken,
- Afbraak van bindweefsel,
- Arteriosclerose en verkalking van
de aorta,
- Hartinfarcten en beroertes door
slechte bloedvaten.
Toch
hebben deze kinderen, ondanks bovenstaande ‘waslijst’ met symptomen, een
normale intelligentie en kunnen zij goed meekomen met de rest van hun
leeftijdsgenoten.
Levensverwachting
van kinderen met progeria
De
levensverwachting van kinderen met progeria is slecht te noemen. De gemiddelde
levensverwachting van progeriapatiënten is 12,6 jaar. Er zijn slechts enkele
gevallen bekend van personen met progeria die 20 jaar zijn geworden.
Is progeria
erfelijk
Zoals
in de inleiding van dit artikel al deels verteld is, is progeria een autosomale
dominante verouderingsziekte welke wordt veroorzaakt door een mutatie in het
LMNA-gen. Deze mutatie kan op verschillende momenten, vanaf de bevruchting,
ontstaan. De mutatie in het LMNA-gen kan ontstaan tijdens de bevruchting van de
eicel door de zaadcel (op het moment dat de zaadcel zich versmelt met de
eicel), maar ook eerder of later. De mutatie kan dus al aanwezig zijn bij één
van de ouders, doordat de mutatie al reeds bestaat in de eicel van de moeder of
in de zaadcel van de vader. Ook is het dus mogelijk dat de mutatie van het
LMNA-gen op een later moment ontstaat, dus nadat de zaadcel de eicel al heeft
bevrucht. Doorgaans erft het kind de klassieke vorm van progeria (HGPS) niet van
de ouders, aangezien het hier doorgaans gaat om een spontane mutatie van één
van de eerste celdelingen.
Bij een eerdere mutatie is de ‘fout’ ontstaan in een aantal cellen van de vader of moeder van het kind. Uit een onderzoek van 2005 is gebleken dat het ook om een overerfde mutatie kan gaan. Dan kan het zijn dat de vader of moeder van het kind de LMNA-mutatie in de eicellen of zaadcellen draagt, zonder hier zelf enig besef van te hebben. Deze ouder heeft een mengsel van ‘goede’ en ‘slechte’ cellen. Dus eicellen of zaadcellen met de LMNA-mutatie en normale eicellen of zaadcellen zónder deze LMNA-mutatie.
Zoals vele mensen waarschijnlijk niet zullen weten, bestaan er ook andere vormen van progeria. Het type progeria waar wij het hierboven steeds over gehad hebben, is de ‘klassieke’ vorm van progeria. De andere vormen van progeria waar men over kan spreken, worden de ‘niet-klassieke’ vormen van progeria genoemd. Deze niet-klassieke vormen kunnen autosomaal recessief zijn. Met autosomaal bedoelen wij dat zowel jongens als meisjes de aandoening kunnen krijgen en met recessief bedoelen wij dat de aanleg ondergeschikt is aan normaal. Beide ouders moeten in dit geval het gemuteerde gen hebben, en dit gen allebei moeten doorgeven aan het kind, voor men kan spreken van progeria. Heeft maar één van de ouders (of natuurlijk geen van de ouders) deze mutatie doorgegeven aan zijn of haar kind, zal het kind gewoon opgroeien als een normale baby en heeft hij of zij geen verschijnselen van progeria. Het kind kan dus een gewoon leven leiden en net zo oud als ieder ander mens worden.
Bij een eerdere mutatie is de ‘fout’ ontstaan in een aantal cellen van de vader of moeder van het kind. Uit een onderzoek van 2005 is gebleken dat het ook om een overerfde mutatie kan gaan. Dan kan het zijn dat de vader of moeder van het kind de LMNA-mutatie in de eicellen of zaadcellen draagt, zonder hier zelf enig besef van te hebben. Deze ouder heeft een mengsel van ‘goede’ en ‘slechte’ cellen. Dus eicellen of zaadcellen met de LMNA-mutatie en normale eicellen of zaadcellen zónder deze LMNA-mutatie.
Zoals vele mensen waarschijnlijk niet zullen weten, bestaan er ook andere vormen van progeria. Het type progeria waar wij het hierboven steeds over gehad hebben, is de ‘klassieke’ vorm van progeria. De andere vormen van progeria waar men over kan spreken, worden de ‘niet-klassieke’ vormen van progeria genoemd. Deze niet-klassieke vormen kunnen autosomaal recessief zijn. Met autosomaal bedoelen wij dat zowel jongens als meisjes de aandoening kunnen krijgen en met recessief bedoelen wij dat de aanleg ondergeschikt is aan normaal. Beide ouders moeten in dit geval het gemuteerde gen hebben, en dit gen allebei moeten doorgeven aan het kind, voor men kan spreken van progeria. Heeft maar één van de ouders (of natuurlijk geen van de ouders) deze mutatie doorgegeven aan zijn of haar kind, zal het kind gewoon opgroeien als een normale baby en heeft hij of zij geen verschijnselen van progeria. Het kind kan dus een gewoon leven leiden en net zo oud als ieder ander mens worden.
Niet-klassieke
progeria
Kinderen
die geboren zijn met de klassieke vorm van HGPS lijken sterk op elkaar. Zij
hebben de zelfde uiterlijke kenmerken en lijden doorgaans aan dezelfde
aandoeningen en ziektes. Dit is te vergelijken met kinderen met het
downsyndroom: iedereen kan zien dat een ‘Downie’ (een persoon met het
Downsyndroom) lijdt aan Down. Met progeria is dit precies hetzelfde.
Kinderen met niet-klassieke progeria kunnen qua ziektebeeld veel overeenkomsten vertonen met patiënten die lijden aan de ziekte mandibuloacrale dysplasie (MAD). Deze, eveneens, autosomale recessieve stoornis, wordt ook veroorzaakt in het LMNA-gen, maar door een iets andere mutatie. Personen met MAD krijgen ook te maken met stijve gewrichten, korte nagels, verkorte vingerkootjes en atrofie van de huid. Daardoor is het soms lastig om de prognose progeria te stellen.
Daarnaast kan het ook nog voorkomen dat een groep kinderen met progeria bij de geboorte al enkele van de progeria-kenmerken vertoont. Deze vorm wordt dan ook in de medische wereld vaak neonatale progeria genoemd.
Kinderen met niet-klassieke progeria kunnen qua ziektebeeld veel overeenkomsten vertonen met patiënten die lijden aan de ziekte mandibuloacrale dysplasie (MAD). Deze, eveneens, autosomale recessieve stoornis, wordt ook veroorzaakt in het LMNA-gen, maar door een iets andere mutatie. Personen met MAD krijgen ook te maken met stijve gewrichten, korte nagels, verkorte vingerkootjes en atrofie van de huid. Daardoor is het soms lastig om de prognose progeria te stellen.
Daarnaast kan het ook nog voorkomen dat een groep kinderen met progeria bij de geboorte al enkele van de progeria-kenmerken vertoont. Deze vorm wordt dan ook in de medische wereld vaak neonatale progeria genoemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten