De vagina (ook wel schede genoemd) is
het inwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan. De vagina verbindt de
baarmoeder met de buitenkant van het lichaam, waarbij het uitwendige gedeelte
van het geslachtsorgaan de ‘vulva’ wordt genoemd. In dit artikel leest u alles
over de vagina.
Wat is een
vagina
De
vagina is het inwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan en verbindt de baarmoeder met de buitenkant van het lichaam. De vagina wordt ook
wel ‘schede’ genoemd. De vagina is het gedeelte van het vrouwelijke
geslachtsorgaan waar de penis wordt
ingebracht tijdens de geslachtsgemeenschap (seks). Wanneer de vrouw zwanger is en moet bevallen, is de vagina een deel van het geboortekanaal.
Anatomie van de
vagina
De
vagina is onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan, wat inhoudt dat enkel
een vrouw over een vagina beschikt. De vagina is min of meer te vergelijken met
de penis van de man. Een vagina is zo’n acht tot tien centimeter lang, is
buisvormig en elastisch van structuur en is omgeven door een dunne spierlaag.
Wanneer de vrouw ontspannen is, is de vagina gesloten en liggen de voorwand en
achterwand tegen elkaar aan. Wanneer men dit als een dwarsdoorsnede bekijkt,
ziet men een H-vormige spleet. Aan de bovenkant van de vagina bevindt zich het
schedegewelf (Latijn: fornix), die de baarmoederhals (cervix) omgeeft. Aan de
onderkant van de vagina wordt de vagina begrensd door de hymenaalring, wat
kleine resten van het maagdenvlies (hymen)
zijn.
De
vagina is bekleed met een glycogeenrijk meerlagig, niet-verhoornd
plaveiselepitheel. Hierdoor is de binnenkant van de vagina roze gekleurd.
Tussen
de spierlaag van de vagina en de omliggende organen (onder andere de blaas,
plasbuis en endeldarm) is bindweefsel aanwezig (‘paracolpium’ genoemd). Dit
bindweefsel bevat onder andere bloedvaten, zenuwen en bekkenbodemspieren.
Wanneer de vrouw staat, is de vagina in een achterwaarts omhoogstaande
positie gericht en vormt het een hoek van 90 graden met de baarmoeder (uterus).
Vaginale
afscheiding
Zoals
elke vrouw (en de meeste mannen) wel weet, produceert de vagina afscheiding
(fluor vaginalis), ook wel ‘vaginale afscheiding’ genoemd. Deze vaginale afscheiding bestaat uit slijm
dat geproduceerd wordt door de baarmoedermond (cervix) en afgestoten epitheel
van de vagina. Deze afgestoten epitheelcellen bevatten glycogeen en wordt
omgezet in melkzuur (lactaat) door de bacterie lactobacillus. Deze bacterie
hoort thuis in de vagina en zorgt ervoor dat d.m.v. de lactaatproductie de
zuurgraad in de vagina voldoende laag (enigszins zuur) blijft. Deze zuurgraad
zorgt, tezamen met de slijmproductie uit de baarmoedermond, ervoor dat er geen
bacteriën in de baarmoeder en in de buikholte kunnen komen die infecties
(kunnen) veroorzaken.
De
vaginale afscheiding is normaal gesproken reukloos en veroorzaakt geen klachten
en wordt ook wel ‘fluor albus’ genoemd. Fluor albus betekent ‘witte
afscheiding’, en mag niet verward worden met de term ‘witte vloed’. De
hoeveelheid vaginale afscheiding verschilt van vrouw tot vrouw en is
afhankelijk van de menstruatiecyclus. Halverwege de menstruatiecyclus, zo rond
de eisprong (ovulatie genaamd), zal de afscheiding toenemen om daarna weer af
te nemen.
Ook
kan de vaginale afscheiding toenemen bij seksuele opwinding (‘de vrouw wordt
nat’). De vrouw maakt meer vaginale afscheiding aan wanneer er een verhoogde
bloedtoevoer ontstaat, waardoor het vocht door de wand van de vagina komt. Dit
gebeurt vooral bij seksuele opwinding.
De vagina en
seks (geslachtsgemeenschap)
Als
de vrouw nog nooit van haar leven seks (geslachtsgemeenschap) heeft
gehad, wordt haar vagina omrand door het maagdenvlies (hymen genaamd). Het
woord ‘vlies’ is hierbij echter een verkeerde benaming, aangezien het
maagdenvlies helemaal niet gesloten is. Er zit namelijk een opening in het
maagdenvlies, zodat het bloed tijdens de menstruatie het lichaam kan verlaten.
Als het maagdenvlies te groot is voor penetratie (de man gaat met zijn penis
de vagina van de vrouw binnen), zal dit maagdenvlies wat inscheuren.
Wanneer het maagdenvlies inscheurt, kan er wat bloed vrijkomen en het kan ook
wat pijn veroorzaken. Het inscheuren van het maagdenvlies hoeft niet perse te
gebeuren tijdens seks, maar het kan ook inscheuren door het gebruik van tampons
of tijdens het sporten.
De G-spot
(G-plek)
Enkele
vrouwen hebben in hun vagina een zeer gevoelige erogene zone zitten, deze zone
wordt de G-plek of de G-spot genoemd. Wanneer de G-spot gestimuleerd wordt door
bijvoorbeeld vingers of een penis, kan de vrouw een orgasme bereiken. Aangezien
niet elke vrouw een orgasme kan bereiken door penetratie, wordt de vrouw haar
clitoris vaak gestimuleerd. Het stimuleren van de clitoris kan gebeuren
met de tong (beffen) of met één of meer vingers (vingeren). Het vingeren kan
door de vrouw zelf uitgevoerd worden, maar ook door een ander persoon, het
beffen kan enkel door een ander persoon uitgevoerd worden.
Het
hebben van seks (geslachtsgemeenschap) kan ervoor zorgen dat men besmet raakt
met een SOA. Om te voorkomen dat men een SOA oploopt tijdens het beffen, kunt u
gebruik maken van een beflapje. Dit beflapje is gemaakt van latex en is
voorzien van een aangename geur. Door het gebruik van een beflapje wordt de
vrouw niet minder gevoelig, en tevens zijn de vrouw en de persoon die beft
beschermd tegen SOA’s.
Vaginaal
onderzoek
Een
vaginaal onderzoek (ook vaginaal toucher genoemd) is een onderzoek van de
inwendige geslachtsorganen van de vrouw (de vagina). Bij een vaginaal toucher
zal (meestal) de arts met één of met twee vingers de vagina binnengaan en de
andere hand op de buikwand leggen. Op deze manier kan de arts de grootte en de
ligging van de baarmoeder en de baarmoederhals voelen. Ook is het in een aantal
gevallen mogelijk om een deel van de eierstokken te voelen. Mocht de vrouw last
hebben van pijn in haar onderbuik, kan door middel van een vaginaal onderzoek
soms vastgesteld worden waar deze pijn precies zit.
De
arts kan ook met behulp van een speculum de binnenkant van de vagina
controleren en onderzoeken. Wanneer de arts dit met behulp van een speculum
(eendenbek) doet, kan hij ook direct de baarmoedermond inspecteren, die zich
aan het eind van de vagina bevindt. Ook als er een uitstrijkje gemaakt moet
worden van de baarmoedermond, of een kweekje van de vagina, zal de arts dit
doen met een eendenbek.
De vagina
tijdens de bevalling
Wanneer
de vrouw moet bevallen, zal de vagina worden opgerekt (tot zo’n 10 centimeter
in diameter). Op deze manier kan de baby geboren worden. De vagina zal tijdens
de bevalling opgerekt worden door het hoofdje van de baby. Wanneer de bevalling
is afgelopen, zal de vagina na verloop van tijd weer herstellen en krijgt de
vagina haar oorspronkelijke omvang terug. Wanneer een bevalling (te) snel gaat,
bestaat er de mogelijkheid dat de vagina inscheurt doordat het weefsel niet
genoeg tijd krijgt om op te rekken. Om ernstig inscheuren tijdens de bevalling
te voorkomen, kan de verloskundige of de gynaecoloog tijdens de bevalling de
vagina ‘inknippen’, (zijwaarts richting de bil), zodat het perineum (het stuk
huid tussen de vagina en de anus) niet tot aan de anus kan uitscheuren. Dit
inknippen wordt ook wel ‘episiotomie’ genoemd, en na afloop van de bevalling
zal deze scheur/knipwond gehecht worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten